Grijze haren, een eigen kamer met bril en een teevee...
Het oude baasje
Daar gaat hij ’s morgens met de riem voortgaand over tegelpad en stoep...
De zwerver
Het wakend slapen, dromend zonder dromen te vroeg te scherp ontmoeten van het gloren het krieken, andermaal een start tot overleven
Rechtop gaan
Nu voor de toekomst afgedaan door een zuidwestenwind
De waterkruik
De drager gaf als antwoord toen het gezwoeg, van bron en t’rug niet zinloos was ‘t, want kijk dat groen langs 't pad, drupp’lend van zijn rug
Ik denk weleens
Ik denk wel eens aan Monica, ze was te echt, ja net teveel bewogen
Vertrouwd op reis
Is die reis een begin, zo veel meer dan vermoeden geen bewijs kan ik bieden, ik vertrouw op die stem
Beeldenstrijd
Hier nu aanschouwen wij, de ironie Nuchter gezien is het best wel bizar
Waar daar zwaar is
Hoe gevoelig toch die snaar is als de massa niet meer zwijgt
Een bijgesteld inzicht
Hij was dit jaar op tijd. Veel eerder dan hij ooit ter sprake kwam, nog nooit