Het zijn behoorlijk zware woorden,
die daar nu uitgesproken.
Zinnen die nooit iemand hoorde,
een leven afgebroken.
Wanneer de bedden zijn bezet,
verpleging op hun tenen loopt.
De zorg het nauwelijks nog redt,
op een wonder wordt gehoopt.
“Mevrouw het is nu beter, echt,
dat wij u slapen laten,
‘t wordt te zwaar nu, het gevecht,
ik houd u in de gaten”.
“Ik zeg er bij, ‘k weet niet hoe lang,
misschien ook nooit meer wakker,
u mag best huilen, samen bang,
het moet u wordt steeds zwakker”.
De strijd die daar gestreden wordt,
het aanzien van het lijden.
De tranen die daar uitgestort,
dat valt niet te benijden.
Hoe verder straks, wanneer we dan,
het einde eens bereiken.
Ik denk er zo het mijne van,
maar dat zal dan wel blijken.
Geef een reactie